zondag 24 oktober 2010

VVvA Onderzoek: NZA brengt kwaliteit zorg in gevaar

De VVAA (http://www.vvaa.nl/) heeft onderzoek gedaan naar de gevolgen van het beleid van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA). Omdat het een zorg breed onderzoek is, zijn de resultaten van groot belang!
Het geeft te denken dat zorgbreed de gevolgen van het huidige beleid zeer somber worden ingeschat.

Zorgverleners: beleid NZa brengt kwaliteit en toegankelijkheid zorg in gevaar

Utrecht, 23 oktober 2010 - Zelfstandige zorgverleners vinden dat de kwaliteit en bereikbaarheid van de zorg onder het beleid van de NZa (Nederlandse Zorgautoriteit) in gevaar komt. Dat blijkt uit onderzoek uitgevoerd door TNS-NIPO in opdracht van VvAA, ledenorganisatie en dienstverlener voor ruim 100.000 zorgprofessionals, onder 1500 zelfstandige zorgverleners, actief in zeven verschillende beroepsgroepen. Mede aanleiding voor het onderzoek was de voorgestelde beleidsregel door de NZa voor tariefvaststelling in de eerstelijnszorg op basis van kostprijsonderzoek. De koers van de NZa lijkt haaks te staan op de maatregelen uit het regeerakkoord die juist pleiten voor betere basiszorg dichter bij huis. Voor de nabije toekomst is de situatie het meest nijpend in de orthodontie: Eén op de vijf behandelaars in de orthodontie stopt met zijn praktijk als de voorgenomen tariefdalingen van 34% en 40% worden doorgevoerd.

Zorg om de hoek verdwijnt
Het nieuwe kabinet zet in op betere basiszorg dichter bij huis en versterking van de eerstelijnszorg om dit te bewerkstelligen. Als gevolg van het beleid van de NZa is dat een ambitie die in ieder geval binnen de mondzorg niet kan worden waargemaakt. De NZa stelt voor het tarief voor orthodontiebehandelingen per 1 januari met 40% te verlagen voor de tandartsen en met 34% voor de orthodontisten. Vrijwel alle orthodontisten (82%) en tandartsen (95%) die orthodontiebehandelingen verrichten, verwachten dat zij door de daling van de tarieven niet meer in staat zijn om de praktijkkosten, investeringen in kwaliteit en vervangingskosten te dekken. Als deze maatregel wordt doorgevoerd, geeft 44% van deze tandartsen aan geen orthodontische behandelingen meer uit te kunnen voeren. Bovendien geeft 19% van de tandartsen en 21% van de orthodontisten zelfs aan te stoppen met de praktijk. Hierbij gaat het voornamelijk om zelfstandigen van 55 jaar of ouder. Voor de consument betekent dit dat orthodontische behandelingen een schaars goed worden. Een ongewenste ontwikkeling gezien de verwachting dat de vraag naar orthodontische behandelingen de komende jaren alleen maar zal toenemen.


Edwin Brugman, directeur Kennismanagement VvAA: "Als de consequenties van deze beleidsregel in de mondzorg exemplarisch zijn voor de overige beroepsgroepen in de eerste lijn, is te verwachten dat de dokter om de hoek op den duur verdwijnt."

Positie van de patiënt verbetert niet
Een ruime meerderheid (67%) van alle zorgverleners vindt dat het beleid van de NZa niet leidt tot een betere positie van de patiënt. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor patiënten is een van de speerpunten van het nieuwe kabinet. 71% van de huisartsen, 45% van de verloskundigen, 85% van de apothekers, 75% van de tandartsen en 96% van de orthodontisten is van mening dat het NZa-beleid geen of een zeer geringe bijdrage levert aan het vergroten van de toegankelijkheid van de zorg.

Innovatie en ondernemerschap in het geding
Naast bereikbare zorg legt het nieuwe kabinet sterk de nadruk op zorginnovatie. Ook in dit opzicht sluit de koers van de NZa niet aan. Een meerderheid van de huisartsen (56%), apothekers (82%), tandartsen (83%), orthodontisten (97%) en medisch specialisten (81%) vindt dat de NZa met haar beleid het ondernemersklimaat niet stimuleert. 68% van de zorgprofessionals geeft aan dat de huidige tarieven nauwelijks toereikend zijn om te investeren in innovatie. Edwin Brugman: "Indien de NZa haar koers doorzet betekent dit dat er geen ruimte meer is voor ondernemerschap, laat staan innovatie. Zeker wanneer we in ogenschouw nemen dat een groot deel van de praktijken wordt gefinancierd met private middelen. De patiënten zullen daar de negatieve effecten van ondervinden."


Luisteren en toelichten
Verloskundigen (27%) zijn het minst ontevreden over de manier waarop de NZa haar taak als „marktmeester‟ in de zorgsector uitoefent, gevolgd door de fysiotherapeuten (17%). 78% van de huisartsen is ontevreden tot zeer ontevreden. Hetzelfde geldt voor 94% van de apothekers, 91% van de medisch specialisten en voor alle orthodontisten (100%). Gemiddeld krijgt de NZa het rapportcijfer 3. De hoogste cijfers zijn afkomstig van de fysiotherapeuten (4,3) en verloskundigen (5), de huisartsen geven een 3,2, de orthodontisten een 1,4 en de medisch specialisten een 2,8. Zorgprofessionals willen meer worden betrokken bij de ontwikkeling van het beleid van de NZa. 97% van de zorgverleners vindt dat zij door de NZa niet of nauwelijks worden betrokken bij de ontwikkeling van beleid voor hun beroepsgroep. Edwin Brugman: "Als de NZa beter zou luisteren naar argumenten en meer aandacht zou besteden aan het toelichten van haar beleid zou dit bijdragen aan een betere balans tussen zorgverzekeraars, zorgverlener en consument".

Over het onderzoek

Aanleiding voor het onderzoek was de voorgestelde beleidsregel door de NZa voor tariefvaststelling in de eerstelijnszorg op basis van kostprijsonderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van VvAA door TNS NIPO in de periode van 8 t/m 18 oktober onder ruim 1500 zelfstandige zorgprofessionals, werkzaam als fysiotherapeut, huisarts, verloskundige, apotheker, tandarts, orthodontist of medisch specialist

Geen opmerkingen: